Reïncarnatietherapie / spirituële regressietherapie

Biedt hulp bij:

        *  chronische en/of steeds terugkerende problemen; zoals:

                   - Emotionele onbalans, bijvoorbeeld:
                                     Angsten / Fobieën /  
 
                                    Depressie / Agressie /
   
                                  Minderwaardigheidsgevoelens /     
                                     Vast blijven zitten in Rouw 

                   - Lichamelijke klachten zonder aanwijsbare lichamelijke oorzaak

                   - Psychische overbelasting  / onbalans

        *  bewustzijnsontwikkeling

        *  na een BijnaDoodErvaring


Reïncarnatietherapie
is regressietherapie vanuit een transpersoonlijke, holistische, ongebonden, spirituele visie, zonder voorafgaand gebruik van hypnotische inducties. Ze gebruikt de in het thema reeds aanwezige spanning als ingang naar bronervaringen.

Mensen maken o.i. een reis door vele levens om door middel van ervaren te leren hun heelheid bewust te leven en daarmee 'thuis te komen' in de eenheid van ZIJN.  [Ons hogere ZELF is altijd al thuis in ZIJN.]
In ons eigen ervaren proeven wij daarvan en dat wordt gedeeld door onze cliënten. 
[Na een paar consulten óók door cliënten die aanvankelijk sceptisch staan t.a.v. reïncarnatie, maar zich melden, omdat ze gehoord hebben dat deze therapie zo effectief is.]  

Tijdens die leerreis doen wij regelmatig ervaringen op die zo moeilijk zijn dat ze vrijwel automatisch verstopt raken in het 'onderbewuste'; vooral tijdens de dissociatie die optreedt bij shock. Ze blijven dan als onafgemaakte resten om verwerking vragen, omdat de ziel naar heelheid streeft. De ziel vraagt dan om die aandacht via allerlei symptomen, totdat het onafgemaakte volledig is beleefd en via inzicht écht is verwerkt en gereinigd en daarmee deel van de kracht is geworden.

Reïncarnatietherapie zorgt via begeleide herbeleving voor inzicht, schoonmaak en integratie en heft zo belemmeringen in de ontwikkeling op. Belangrijk daarbij is om steeds met alle unieke aspecten van deze hele mens bezig te zijn; dus met lichamelijke, emotionele, mentale, sociale én ziels-aspecten,  in hun samenhang. Uiteindelijk is het de bedoeling deze polaire wereld in zijn volledigheid te omarmen; te leven. 

Reïncarnatietherapie komt níét voort uit een geloof, maar is ontdekt in de therapieparaktijk, terwijl er niet naar werd gezocht. Vrijwel iedereen die een redelijk contact heeft met het lichaam en de emoties kan reïncarnatietherapie ervaren. 

Iedereen die haar/zijn mailadres achterlaat met de vermelding 'reader', stuur ik per mail de 'reader' ReïncarnatieTherapie die ik voor mijn studenten schreef, waarbij de therapeutisch-technische informatie gewit is, om ondeskundig gebruik te voorkomen. (± 170 pagina's) 


Trance

Via hun problematiek zijn mensen al in een bepaalde trance. Wij beginnen dus vrijwel nooit met een hypnotische inleiding, vooraf aan de sessie. Door gecombineerde concentratie op de geleefde symptomen verdiept die al aanwezige trance enigszins en dan kunnen cliënten zelf bindingen ervaren en los maken, waardoor ze juist úít die trance komen. Wij werken daar waar het bovenbewustzijn van de cliënt haar naar toe brengt. Dat is dus niet perse in een vorig leven, hoewel zich daar vaak enige consulten afspelen. Andere gebieden waarin gewerkt wordt zijn: het huidige leven (incl. de geboorte), het prenatale en een deel van de periode's tussen twee aardse levens.


Dood

Doordat de meeste cliënten tijdens reïncarnatietherapie ook een aantal keren een vorig stervensproces doormaken, ontdekken ze, dat dat bij een onaf leven hoort en dat het daarna niet ophoudt en meestal bijzonder aangenaam is. Veel cliënten verliezen zo hun angst voor de (eigenlijk niet bestaande) dood. Zo is dit werk ook een uitstekende stervensbegeleiding. Mensen gaan zich meer ontspannen in het proces van overgaan en beseffen dat het goed is om die overgang zo bewust mogelijk mee te maken. Voor sommige cliënten wordt dat een aanleiding om dagelijks aan hun bewustzijnsgroei te gaan werken en zo hun frequentie te verhogen.  

Remember: “Light . . . goes on!”  


Onderzoek

Dr. v.d. Maesen is gepromoveerd op onderzoek naar reïncarnatietherapie.  Verder is het laatste boek van prof. I. Stevenson ("Bewijzen van reïncarnatie") interessant (wel nogal pittig vanwege de uitgebreide wetenschappelijke verantwoording van zijn onderzoek). 

Kwaliteit

In Nederland zijn er voor dit ambacht twee beroepsverenigingen die hoge opleidingseisen stellen aan instromende beroepsleden en hun leden onderwerpen aan een goed geregeld klacht- en tuchtrecht; de N.V.R.T. (Nederlandse Vereniging van ReïncarnatieTherapeuten) en EARTh (Earth Association of Regression Therapists) (Zie de pagina met 'links').   
Xavier is lid van EARTh. 


Praktijk

Na telefonische afspraak, volgt een therapiegesprek. Daarin wordt bekeken aan welke thematiek iemand wil werken en hoe in grote lijnen het leven verliep én of er voldoende wederzijds vertrouwen is om in de diepte samen te werken. Elk consult reïncarnatietherapie duurt ruim anderhalf uur. Gemiddeld duurt een therapie dan 5 á 7 consulten. 


Uit de praktijk

Tot slot een korte beschrijving van de toedracht in de praktijk en de weergave van vijf korte therapietrajecten (er komen zeker ook langere trajecten voor). Daarna een door een cursist van een cursus ‘Verkennen van vorige levens’ geschreven verslag van haar sessie. 

We beginnen altijd met een therapiegesprek van anderhalf tot twee uur.

Daarna volgen een aantal sessies, die elk ook anderhalf tot twee uur duren. Na een sessie geef ik meestal oefeningen mee, zodat verworvenheden een plaats krijgen in het dagelijks leven. Vooral het dagelijks oefenen werkt versterkend. Ik heb een voorkeur voor 1 sessie per 2 of 3 weken. Gemiddeld ben ik ± 6 maal met een cliënt bezig. Ik dring er bij potentiële cliënten op aan om alleen te beginnen, indien zij het ingezette proces ook echt wil afmaken, omdat onafgemaakte (be)handelingen de kwaal kunnen verergeren.

De voorbeelden zijn zeer korte weergaven uit de praktijk. Omwille van de overzichtelijkheid en de omvang heb ik voor praktijkvoorbeelden gekozen met een beperkte duur. Gemiddeld zijn er meestal iets meer sessies nodig. Bij veel cliënten uit de voorbeelden betrof dit maar een deel van de thema’s waaraan ze hebben gewerkt. Wat in de voorbeelden nogal eenvoudig lijkt, gaat dus steeds om samenvattingen van uren samenwerken.

Cliënten gaven toestemming en zijn uiteraard onherkenbaar gemaakt.

Voorbeeld 0.  Stervensbegeleiding

Begin 2019 kwam een vrouw (ik zal haar Anna noemen) in mijn praktijk met uitgezaaide kanker. De artsen gaven haar hooguit nog een maand of twee. Nadat ik begon over mogelijke alternatieven, vertelde ze dat ze er op zich vrede mee had dat ze zou gaan sterven en niet nog een heel ander circuit in wilde. Anna zei dat ze een goed leven gehad had, maar wel ook al lang kampte met, volgens haar, irreële angsten ten aanzien van vreemdelingen. Uit haar hele taalgebruik en houding spraken acceptatie. Maar ze was ook bang voor wat er haar daarna te wachten zou staan. Ze was wel christelijk opgevoed, maar had daar eigenlijk al lang afstand van genomen. Een vriendin had haar verteld dat die een succesvol traject reïncarnatietherapie had afgerond en dat die vooral anders met haar leven was gaan omgaan, doordat ze een aantal malen doorheen een vorig sterven was begeleid. Dat laatste, sterven ervaren voor het steren, was de voornaamste reden van haar komst.

We spraken af dat we haar angsten voor vreemdelingen als ingang zouden gebruiken.

We hebben na het intakegesprek slechts twee sessies gedaan; in omgekeerde volgorde van de korte beschrijving hier. Daarin werd duidelijk hoe zij in een vorig leven als man vreemdelingen mishandeld had. Bij het overgaan uit dat leven had hij vooral zware schuldgevoelens overgehouden. Ondanks dat was hij 'aan de andere kant' liefdevol ontvangen. Zijn schuldgevoel was echter toch blijven knagen en hij concludeerde zelf dat hij daar ooit boete voor zou moeten doen.

Vele levens later komt zij als vrouw in een situatie waarin zij door vreemdelingen wordt misbruikt en als oud vuil in een greppel wordt achtergelaten. Zij is daar zo ernstig mishandeld, dat zij even later sterft.

Aan het einde van beide sessies zijn we uiterst zorgvuldig door het hele stervensproces heengegaan. (Dat is overigens de normale procedure.) Dat bracht haar vele inzichten:
Het sterven op zich was in beide gevallen heel pijnlijk geweest, maar de verrassende ervaring van het loslaten van het lichaam en de pijnen daarvan en de ontvangst aan 'de overzijde' had ze als bijzonder aangenaam ervaren.

Ze had vooral ook zelf ervaren dat dood geen einde is, maar een overgang naar een
heerlijk soort thuiskomst.

Anna concludeerde ook zelf dat het waarschijnlijk zeer belangrijk is om wakker, bewust te zijn tijdens het overgaan. Ze had nu ervaren dat er bij een bewuster stervensproces vele mogelijkheden zijn om onafgemaakte zaken beter af te ronden.

De sessies hebben haar zo veel bezieling, rust en ontspanning gebracht dat ze nog ruim driekwart jaar heeft geleefd. Ze heeft die periode vooral gebruikt om in verband met een paar beschamende situaties schoon schip te maken en om met haar naasten te spreken over wederzijdse gevoelens. Alles wat gezegd moest worden, was gezegd; er bleven geen losse eindjes over. Dat maakte haar vrede nog dieper.

Ik was zeer verguld dat ik bij haar overgaan aanwezig mocht zijn. Ze koos er voor om met zo min mogelijk pijnstilling over te gaan. Ze straalde, ondanks haar pijnen, tijdens die laatste momenten alleen maar liefde uit. We (alle aanwezigen) hebben nog lang in volkomen stilte en onder de indruk naast haar ontzielde lichaam gezeten. Liefde bleef lang voelbaar.

En dan besef ik vooral, hoe dankbaar ik ben, dat dit ‘werk’ mij gevonden heeft.

Voorbeeld 1. “Ik moet op mijn hoede zijn.”

Lisa (28 j.) is bang voor alleen zijn en voor mannen. Ze heeft vaak het gevoel achtervolgd te worden. Ze merkt op dat ze afstand houdt t.o.v. haar vader. Ze is bijna altijd erg op haar hoede, hetgeen haar erg beperkt in haar vrijheid en in het aangaan van sociale contacten. Ze voelt zich vaak in de steek gelaten.

Sessie 1. Jagerscultuur

Als vrouw is ze alleen bij haar hut. Haar man is op jacht. Ze hoort paarden aankomen en ziet wild uitziende mannen te paard. Ze wordt opgejaagd, omvergereden, meegesleurd, meermaals verkracht en vervolgens gedood.

Sessie 2. Huidige leven

Ze is 8 jaar en alleen thuis. Even later komt vader thuis, die haar tegen zich aantrekt en daarbij hevig hijgt. De hele sfeer beangstigt haar. Vader doet zo raar en ze begrijpt niet wat er gebeurt. Ze roept om moeder, die niet verschijnt. Als vader ophoudt met raar doen, moet ze naar bed; alleen. [Deze sessie heeft haar hevig geschokt; ze wist hier niets meer van en kan nu als volwassen vrouw wel zien wat daar volgens haar gebeurd moet zijn. Het is nog een hele kunst om haar emotioneel weer zó in evenwicht te laten komen, dat ze naar huis kan.]

Sessie 3. Toeschouwerleven

Ze komt in een leven, waarin ze het eerst fijn heeft met haar man. Geleidelijk aan wordt die echter steeds ruwer. Als hij op een gegeven moment hun dochtertje gaat misbruiken, biedt ze eerst wel verzet, maar wordt dan zelf verkracht en mishandeld. Na een aantal keren, biedt ze geen verzet meer. Na haar overlijden rest een knagend schuldgevoel, omdat ze haar kind niet heeft beschermd.

Sessie 4. Daderleven

Zij is nu een hij; een eenzame bediende. Hij betrapt in de kelder een dievegge, die hij mishandelt en verkracht. Daaraan houdt hij een knagend schuldgevoel over. Na zijn dood blijft het idee over dat hij hiervoor zal moeten boeten.

Zo zijn alle symptomen aan bod gekomen. We hebben gewerkt aan het loslaten van angsten en conclusies die zich hadden vastgezet. Ze begrijpt nu dat ze niet hoeft te boeten. De verhouding met vader blijft een probleem, o.a. omdat hij blijft ontkennen. Ze wordt vrijer en opener en geeft duidelijk haar grenzen aan.

Voorbeeld 2. Narcose-ingriffing.

Frits merkt dat hij sinds een jaar of acht steeds dover wordt aan de rechterkant. De arts die niets kon vinden, stuurt hem door naar een specialist, die ook niets ontdekt en hem naar huis stuurt met: “Het zal wel psychisch zijn.” Sindsdien is het probleem geleidelijk verergerd. Tijdens het therapiegesprek schakelt hij van dit relaas plotseling over naar een darmoperatie van negen jaar geleden. Mijn intuïtie zegt dat ik daar moet zijn voor de wortel van dit probleem.

Sessie 1. Bewustzijnscomplicatie

In de sessie werken wij de narcose van die operatie door. De cliënt ervaart zichzelf als tegen het plafond hangend, terwijl onder hem zijn lichaam, omringd door doktoren en verpleegsters, op de operatietafel ligt. Er gaat van alles fout. Ze dreigen de patiënt te verliezen. Iemand wil hem al opgeven. Je kunt je wel voorstellen in wat voor verwarring de geest van Frits moet verkeren. De uit-het-lichaam-ervaring op zich is al erg vreemd en de sfeer in de operatiekamer maakt het er niet beter op. Tenslotte wordt de professor (universiteitskliniek) erbij gehaald. Deze is ontzettend kwaad. Er zijn allerlei fouten gemaakt. Tijdens deze hele hectische toestand, maakt een kleine man rechts van zijn lichaam een aantal malen opmerkingen als: ‘Dit is niet voor zijn oren bestemd.’ ‘Dit mag hij straks niet horen.’ In de bewustzijnscomplicatie waarin Frits zich bevindt, is zijn rechteroor dit gaan vertalen in toenemende doofheid. Nadat Frits zijn boosheid t.o.v. ‘die kleine man’ heeft mogen uitleven, hebben we een aantal technieken toegepast om het rechteroor te reinigen van de ingegrifte ‘opdracht’. Deze ene sessie bleek genoeg om ook rechts weer normaal te kunnen horen.

Voorbeeld 3. Lusteloos.

Marla (23j.) is al enige jaren steeds lustelozer en zwaarmoediger geworden. Ze is verliefd op een jongeman die haar ten huwelijk heeft gevraagd, maar daar is ze erg bang voor. ’Daardoor’ stelt ze haar antwoord steeds uit.

Sessie 1. Uitgehuwelijkt

Ze ervaart zichzelf als een rijke jonge vrouw die wordt uitgehuwelijkt. Omdat ze haar ‘verloofde’ niet ziet zitten, weigert ze dit huwelijk. De enige uitweg is dan het klooster. Daar is ze bijzonder ongelukkig, vooral omdat dit niet haar ‘levenswens’ is. De ‘eindeloze’ sleur waarin ze terecht komt, maakt haar moe en futloos.

Sessie 2. Wegkwijnen

Dit keer is ze als jonge burgervrouw verliefd op een jongeman van rijke komaf. Ze onderhoudt met hem een geheime relatie. De vader van deze jongeling gebruikt zijn invloed om haar gevangen te laten nemen. Ze kwijnt dan langzaam weg in de gevangenis. Door de slechte verzorging en het gebrek aan menselijk contact zakt ze weg in een vage bewustzijnssliert, raakt bewusteloos en sterft, zonder dat ze daar enig besef van heeft.

Beide sessies verklaren de onbewuste angst voor een huwelijk. Het besef dat deze angst niet bij het huidige leven hoort, helpt haar om deze los te laten. Vooral doordat ze volledig onbewust in het sterven weggleed, bleef de moeheid, de uitzichtloosheid, de zinloosheid voortduren. Het had a.h.w. nooit opgehouden. Het is vooral belangrijk dat doordringt dat het dáár, tóén wel is opgehouden.

Voorbeeld 4. Stoelgang

Hans komt ten einde raad in mijn praktijk. Hij heeft al acht jaar een ernstig probleem; hij kan nauwelijks poepen. Eerst stuurt de huisarts hem naar een specialist. Die kan niets ontdekken, maar opereert toch maar; zonder resultaat. Die zegt: “Dan zal het wel tussen de oren zitten” en stuurt hem naar een psychiater. Daar wordt hij na wat korte gesprekjes alleen volgestopt met wat de cliënt zelf

omschrijft als “zombiepillen”. Omdat hij zo geen leven had, is hij daar drie jaar geleden mee gestopt. Zijn dagen zien er sindsdien als volgt uit. Hij staat rond vijf uur ’s morgens op en zit dan met extreem veel pijn anderhalf uur op het toilet. “Dan heb ik het tenminste gehad voor die dag”, zegt hij. Drie uur later heeft hij nog zeer veel pijn aan zijn anus. Hij heeft van iemand gehoord dat reïncarnatietherapie misschien iets voor hem is.

Aan het eind van het eerste gesprek, stel ik hem voor even op een matras te gaan liggen en beurtelings zijn anus sterk te spannen en dan te ontspannen, te spannen en te ontspannen, enz. Op dat eenvoudige idee was tot dan toe nog niemand gekomen. Met dat huiswerk stuur ik hem naar huis. Twee weken later volgt de eerste en enige sessie.

Sessie

In het voorgesprek heb ik een aantal opmerkingen gehoord, die mij doen vermoeden dat er sprake is van een aanhechting van een vreemde entiteit (en dat het dus in oorsprong helemaal niet om zijn probleem ging). In dit soort gevallen heb ik twee cliënten tegelijk, die beiden evenveel respect verdienen en hulp behoeven.

Bij mijn cliënt blijkt inderdaad een vreemde ‘geest’ aangehecht te zijn. Via zijn lichaam communiceer ik daarmee en krijg het volgende verhaal boven.

Een jongetje van ongeveer 11 jaar wordt in zeer armoedige omstandigheden door zijn ouders verkocht aan mannen met paarden. Vader heeft hem daar heen gebracht en loopt terug, maar het mannetje rent terug naar moeder en broertjes en zusjes. Vader pakt hem beet, brengt hem opnieuw naar de mannen en zegt: “Houd hem goed vast”. Hij rukt zich echter los en rent weer terug. Dan pakt vader hem beet, draait hem om, geeft hem een schop onder zijn kont en zegt: “Het kan niet anders!” Zowel vader als zoontje zijn in shock. Het lichaam van het kind reageert op de schop door de anus te spannen en het feit dat vader precies op dat moment zegt dat het niet anders kan, zorgt er in die bewustzijnscomplicatie voor dat het kind die twee met elkaar verbindt. Hij heeft dat hele leven ernstige stoelgangproblemen, overlijdt en komt na lang rondhangen bij mijn cliënt terecht. De energie van die ‘gast’ zorgt geleidelijk voor het probleem waar Hans mee leeft. Ik help die entiteit om te begrijpen hoe in de shocktoestand de koppeling van lichaamsreactie en ingriffing door vader plaats vond. Als dat helemaal is doorgedrongen, kan hij dat loslaten en voelt hij zich geweldig bevrijd. Ik help hem om nu wel echt over te gaan. Vervolgens onderzoek ik met Hans hoe het komt dat hij vreemde energie in zijn systeem heeft toegelaten, help hem zijn energieveld meer op kracht te krijgen en geef hem huiswerk mee om dat zo te houden.

Drie weken later staat Hans stralend op de stoep. Hij is van het probleem af. We drinken thee, ik feliciteer hem en vraag hem om dit alles aan zijn psychiater (is daar officieel nog onder behan-deling) te gaan vertellen. Enige weken later belt Hans me op. De psychiater had gezegd: “Je gelooft toch zeker zo’n kwakzalver met spookverhalen niet. Dit is de nawerking van mijn behandeling.”

Enige jaren later (ik woonde toen vijf jaar in de gemeente Valkenburg) kwam hij langs mijn huis daar, wandelend met vrouw en vrienden. Hij was nog steeds probleemvrij.

Hoe kleingeestig kan iemand zijn? Dit soort reacties komt overigens vaker voor. Meestal wordt een genezing, die in het alternatieve veld wel heeft plaatsgevonden, terwijl de reguliere zorg die voorafging niet geholpen heeft, aangeduid als een zeldzaam geval van ‘spontane genezing’. En omdat die gevallen nergens geregistreerd worden, kun je ‘mooi’ blijven doen of dat zeldzame incidenten zijn. Het blijkt echt onmogelijk om toe te geven dat dat door die alternatieve behandeling zou kunnen komen en dat zij zelf van een veel te beperkt mensbeeld uitgaan.

Er zijn diverse omstandigheden die rondzwervende vreemde entiteiten aantrekken. Overmatig alcohol en ander druggebruik, een geringe zelfwaardering, gevoelens van eenzaamheid, enz.. In de tijd dat ik op de middelbare school werkte, vroegen leerlingen mij wat ik vond van ‘spelletjes’ als “glaasje draaien”. Ik moest hun dat sterk ontraden, omdat ook daarmee vooral entiteiten worden aangetrokken die zelf nogal in de war zijn en dus voor allerlei ernstige verstoringen kunnen gaan zorgen.

Uit een cursus “Verkennen van vorige levens” (verslag geschreven door 'n cursiste)

De deelnemers aan cursussen komen vrijwel nooit met problemen die hun leven ernstig verstoren. Om met hun te kunnen werken, wil ik wel een beginpunt hebben. Dat is dus geen hele hoge berg, maar meer een heuvel(tje). Dat kan betekenen dat de sessies in een cursus makkelijker verlopen, omdat de ladingen minder confronterend zijn. Het kan echter ook betekenen, dat een cursist een hebbelijkheid, een aanwensel, een hindernis of probleem moeilijker kan invoelen. Soms kom ik dan wel niet in een vorige-leven-ervaring, maar omdat ik me maximaal buiten ‘het verhaal’ houd, zegt alles wat er gebeurt iets over de cliënt en kunnen we daar dus altijd iets mee. 

Beginpunt (Veronique)

Sommige mensen noemen het hoogtevrees. Ik vind dat dieptevrees beter de lading dekt die bij mijn gevoel hoort. Mijn eerste ervaring ermee was op de lagere school (6 jaar oud) tijdens de gymles. Ik zat bovenin het klimrek en durfde niet meer naar beneden te klimmen. Mijn hart klopte in de keel. De zwaartekracht trok als het ware aan mij. Ik bevond mij in een soort verstijfde kramp. Al mijn spieren waren strak aangespannen. Uiteindelijk heeft de onderwijzer, die inmiddels ook in het rek was geklommen, mij stap voor stap naar beneden geloodst. Angst om van een ladder af te klimmen heb ik nog steeds. Ik probeer dat soort situaties zoveel als mogelijk te vermijden, zelfs bij een trapladdertje.

Sessie

Ik arriveer vrij snel op mij bestemming wanneer Xavier mij laat inzoomen op mijn angst om te vallen. Ik zit in een donkere grot die geleidelijk aan steeds lichter wordt. Vervolgens ervaar ik, dat ik als baby bij een wigwam in een open mand lig. Ik ben een blije en geliefde baby. Het opvoeden verloopt voorspoedig. Reeds op jonge leeftijd krijg ik een hondje, dat ik mag grootbrengen. Ik ben gek op die hond en wij zijn onafscheidelijk. Als ik 12/13 jaar oud ben, wordt er van mij verwacht dat ik leer paardrijden; dat is belangrijk in onze stam. Ik blijk echter met deze dieren weinig feeling te hebben. De andere jongens lachen mij telkens uit als ik weer eens van een paard val. Ik schaam mij ervoor; vernederend. Ik ben een trots persoon en dat dit mij niet lukt, raakt mij diep. Ik besluit mij helemaal te concentreren op de honden. En ik word de hondenman van onze stam. Altijd zijn ze bij mij. Ik maak deel uit van de roedel. Ik voel mij heel gelukkig en één met mijn honden in de natuur.

Ik groei geleidelijk op en de tijd breekt aan dat de oudere mannen van de stam mij uitnodigen in hun tent, om mij deelgenoot te maken van een aantal wijsheden die ik niet met anderen mag delen. Ik moet de afzondering in de natuur opzoeken en dit doe ik door een aantal dagen in een grot te verblijven. Aan het einde van deze ‘vision quest’ heb ik zicht op de samenhang van alle dingen. In een volgende fase nodigen de ouden mij uit om deel te nemen aan hun pijpceremonie. Tabak is een heilige plant. Hij brengt mij, ons, geestelijk op een ander niveau. Mijn initiatie tot sjamaan wordt voortgezet. Ik word in een hol in de aarde gestopt. In het begin voelt dit vreselijk. Ik wil dit niet, raak gedesoriënteerd. Op een zeker moment laat ik de angst los. Ik los als het ware op. In trance verlaat ik mijn lichaam en ga op reis. Ik kan overal naar toe en voel mij bevrijd. Hoelang ik in dit donkere hol verblijf, weet ik niet. Het leven erna is anders geworden. Ik voel mij niet echt meer geworteld, thuis op deze aarde. Het hoeft allemaal niet meer zo nodig. Op een gegeven moment struikel ik en val in een diepe put. Ik raak in mijn val de wand van de put en val in het water. Even is er angst en paniek, maar al heel snel is er berusting. Het is oké en ik sterf snel. Xavier vraagt uiteindelijk wat ik geleerd heb van dit leven. Het is belangrijk om met de voeten op de grond te blijven, zowel letterlijk als figuurlijk; geaard zijn. Niet denken vanuit mijn hoofd, maar waarnemen/voelen vanuit mijn hart. Dit laatste kan alleen als ik stevig in mijn schoenen sta.

Resultaat:

Het praktisch effect van deze sessie is, dat mijn angst voor diepten aanzienlijk is verminderd. Ik ga er anders mee om. Ik blijf als het ware geaard, ook als ik op de sport van een trapladder sta.


AI Website Generator